Hier vind je de spellingsregels waar we nu mee bezig zijn op een rij.
Wil je een overzicht van alle spellingsregels? Klik dan hier: Spelling_brochure_MVG_0106_06_def
Er zijn drie basisprincipes in de Nederlandse spelling:
- Je schrijft wat je hoort: aap, boom, neus.
- Woorden en delen van dat woord schrijven we zo veel mogelijk hetzelfde: het is ‘bloeden’, dus ook ‘bloed‘.
- Woorden schrijf je zoals ze vroeger al geschreven werden (etymologie): logisch, thans, erwt.
Klinkerdief
Bij een lange klank in een open lettergreep haal je een letter weg: baas -> ba-zen.
Bij een samenstelling als zeester doe je dat niet.
Tussenletters
De tussen -s-:
Je schrijft de s als je hem hoort. Begint het tweede deel van het woord met een s dat hoor je het niet goed. Vervang het dan door een ander woord. Bijvoorbeeld: vissersschuit – vissersboot
De tussen -e-:
Deze schrijf je als het eerste deel van de samenstelling een unieke zaak is: maneschijn, zonnestraal.
Je gebruikt ook de -e- als het eerste deel van de samenstelling een bijvoeglijk naamwoord met versterkende betekenis heeft: beregoed, boordevol.
Bij samenstellingen waarbij beide delen niets met de betekenis te maken hebben, gebruik je ook de tussen-e: bruidegom, bakkebaard, elleboog.
De tussen -en:
Als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat in het meervoud eindigt op een -n: kersenjam.
Meervoudsvormen
‘s plaats je na de a, i, o, u en y: baby’s, pony’s.
tje: als een woord eindigt op een lange klank, dan verdubbel je de letter: auto – autootje, paraplu – parapluutje.
pje: plaats je direct achter het woord: boompje.
je: plaats je direct achter het woord: hoopje, knoopje.
Koppelteken
In samenstellingen met cijfers, tekens en afkortingen gebruik je een koppelteken: Btw-tarief, 40+-kaas, 65-jarige.
Bij klinkerbotsing: auto-export, camera-oog.
Link naar oefensites:
http://nederlandsetaaltest.nl/
http://nederlandsetaaltest.nl/
http://woordenlijst.org/#/
http://www.jufmelis.nl/
Werkwoordspelling
Klik hier voor de PPT van de les.
Uitlegfilmpje werkwoordspelling in 2 minuten:
https://www.youtube.com/watch?v=VZt5A-QKimA
Uitlegfilmpje schrijfwijze voltooid deelwoord, gebruikt als bijvoeglijk naamwoord:
https://www.youtube.com/watch?v=E_nbH9blFFo
Een eigen Quizlet: met flipcards zie je aan de ene kant de vraag en aan de andere kant het antwoord met de uitleg.